Voor de zesde keer kwam het NSMD-consortium online bij elkaar, voor een ‘netwerkbijeenkomst’. De collega’s van de Universiteit Leiden organiseerden deze editie, waarin de vraag centraal stond of een idiosyncratische netwerkbenadering bij behandeltrajecten in de ggz mogelijk is. Vier presentaties boden stof tot nadenken.

mila hall.jpg

‘Idiosyncratisch’ klinkt ingewikkeld (en dat is het in de context van netwerkanalyse ook), maar betekent niet meer dan ‘uniek voor een individu’. Een idiosyncratische gewoonte is bijvoorbeeld een eigenschap die niet iedereen heeft. Een ‘idiosyncratisch netwerk’ is dus een netwerk van één individu, dat de samenhang en interacties tussen symptomen visualiseert. Het NSMD-consortium wil onder meer onderzoeken of zo’n individueel netwerk een bijdrage kan leveren aan het verbeteren van psychische behandelingen. Biedt het bijvoorbeeld meer inzicht in veranderingen die mensen ondergaan door therapie, of juist het gebrek daaraan? 

myrthe.jpg

Inspirerende presentaties

Mila Hall van de Universiteit van Osnabrück doet onderzoek naar het gebruik van gepersonaliseerde vragenlijsten en feedback gebaseerd op individuele netwerkmodellen in psychotherapie. Ze gaf een uitgebreide, inspirerende presentatie over dit project, TheraNet. Erik Giltay, psychiater verbonden aan de Universiteit Leiden, presenteerde zijn onderzoek getiteld; ‘Modelling idiographic networks in depression using dynamic time warping (DTW)’. Een van zijn bemoedigende conclusies was dat statistiek goed mogelijk is als de steekproefomvang 1 is, als het om één individu gaat dus. En tot slot gaven de promovendi uit het NSMD-team Communicating Networks, Myrthe Veenman en Kyra Verboon, een mooie presentatie over hun onderzoek tot zover. Vragen die daarbij (en in het algemeen bij dit type onderzoek) opkomen zijn; hoe vind je balans tussen het aantal metingen dat nodig is voor het bouwen van een netwerk en de belasting voor de deelnemer? En is het ethisch om een individueel netwerkmodel aan iemand terug te koppelen als we nog niet weten of de netwerkbenadering meerwaarde heeft? Wordt vervolgd!