Ooit dacht Gita Nadinda dat pijn simpelweg is wat het is. Totdat ze hoorde van chronische pijn en het effect dat je gedachten of sociale omgeving op pijnbeleving kunnen hebben. Het leidde tot een masteropleiding Health Psychology in Maastricht, gevolgd door haar huidige promotieonderzoek binnen NSMD. Waar staat ze, een jaar na de start?

RC20211015-Portret-Gita-Nadinda-0484-v2.jpg

Ze omschrijft zichzelf als een probleemoplosser. “Ik hou van uitdagingen en oplossingen vinden. Daarnaast is één van mijn belangrijkste motivatiebronnen het willen verbeteren van behandelingen voor mensen.” Gita Nadinda doet al onderzoek sinds haar bacheloropleiding aan de Universiteit van Kansas. Hoewel ze oorspronkelijk uit Indonesië komt, woont ze al van jongs af aan in het buitenland. Het gezin verhuisde naar Australië voor haar vaders masteropleiding en naar de VS voor zijn promotieonderzoek. “Toen voel ik me nog Indonesisch en ik praat graag over waar ik vandaan kom.”

Eerste wetenschappelijke publicatie

Na haar bachelor liep ze stage bij een non-profit-organisatie voor mensen met beperkingen en daar ontstond haar interesse in pijn. “Ik ging op zoek naar een masteropleiding van mensen die onderzoek deden naar pijn en zo vond ik Madelon Peters en Johan Vlaeyen aan de Universiteit van Maastricht.” Haar wens om met hen samen te werken kwam uit. Ze publiceerde zelfs net haar eerste wetenschappelijke artikel samen met professor Peters, die haar masterbegeleider was. “Het is gepubliceerd in Pain, een van de meest prestigieuze tijdschriften op dit gebied, dus ik zal in de toekomst hard mijn best moeten doen, nu de lat zo hoog ligt”, lacht ze. Het artikel biedt een systematisch overzicht en een meta-analyse van alle literatuur tot nu toe over het effect van psychologische interventies, zoals CGT (Cognitieve Gedrags Therapie) en ACT (Acceptance Commitment Therapy), om de negatieve uitkomsten te verminderen na een operatie. Je kunt het artikel hier lezen. 

Eerste promotie-experiment

In haar promotietraject, dat ze aan de Universiteit Leiden begon onder begeleiding van Andrea Evers, Madelon Peters, Johan Vlaeyen en Antoinette van Laarhoven, richt ze zich op de samenhang tussen verwachtingen en vermijdingsgedrag rondom pijn, jeuk en vermoeidheid, in de context van netwerkanalyse. Om dit te onderzoeken verzamelt ze momenteel data voor haar eerste experiment. “We willen kijken of negatieve verwachtingen leiden tot meer pijn en vermijdingsgedrag. Er is veel onderzoek naar verwachtingen en pijn en ook naar pijn en vermijdingsgedrag, maar niet gecombineerd, dus dat doen wij op dit moment. Het is vrij logisch dat als je meer pijn verwacht, je bepaalde dingen niet meer doet, dus het was verrassend dat er nog niet veel studies zijn naar de relatie tussen verwachtingen en vermijding in één.”

Elektrisch opgewekte pijn in het lab

Mensen komen naar het lab voor het experiment, waar ze geïndividualiseerde elektrisch opgewekte pijn toegediend krijgen. De vraag is of ze de pijn zouden willen vermijden als ze verwachten meer pijn te zullen voelen. Naast deze studie, waarin Nadinda 116 mensen wil includeren, ontwikkelt ze momenteel een EMA-studie bij mensen met chronische rugpijn. EMA staat voor Ecological Momentary Assessment: het herhaaldelijk meten van iemands huidige gedrag en ervaringen in ‘real time’, in de natuurlijke omgeving. “Als we de ethische goedkeuring krijgen hopen we de komende maanden met deze studie te beginnen. We vragen mensen dan vijf keer per dag via hun smartphone, veertien dagen lang, naar hun pijn, verwachtingen, vermijding, vermoeidheid en andere psychologische factoren en dat willen we dan analyseren met de netwerkbenadering.”

Aangezien ze met haar promotie begon in tijden van corona, zou ze niet weten hoe promotieonderzoek en ‘normaalgesproken’ uitziet, wanneer je niet het lab na iedere proefpersoon hoeft te desinfecteren, of hun gezondheidstoestand hoeft te checken. “Dit is mijn normaal”, zegt ze, “Ik denk dat het iets moeilijker is om proefpersonen te werven door corona, maar ik ben nog steeds tevreden met hoe het gaat.”